GROEPSVERZEKERING: Ook (verplicht) premie storten vóór 25 jaar?
In (reglementen van) groepsverzekeringen voor werknemers staat vaak dat ze pas vanaf 25 jaar en/of pas na één jaar aansluiting beginnen te 'spelen'. Vanaf 1 januari 2019 zal dit niet meer mogen. Hoe bereidt u zich daarop voor?
Aansluiting pas vanaf 25 jaar
Leeftijdsvoorwaarde. In een reglement van een groepsverzekering staat vaak dat de werknemer pas kan aansluiten vanaf dat hij 25 jaar wordt (waardoor u voordien nog niets moest storten voor hem). Een dergelijke voorwaarde werd nl. toegelaten door de WAP (Wet op de Aanvullende Pensioenen).
Deze voorwaarde wordt verboden. Ingevolge een Europese richtlijn heeft België zijn wetgeving moeten aanpassen. Vanaf 1 januari 2019 wordt het verboden om nog met een leeftijdsvoorwaarde te werken (wet 27.06.2018, BS 05.07.2018) .
Gevolgen voor het loonpakket. Stel, u zal een bediende van 22 jaar aanwerven. Vroeger kon u ervan uitgaan dat u, drie jaar nog geen premie voor de groepsverzekering hoefde te budgetteren. Voortaan moet dat echter wél! Houd er dus rekening mee dat u meteen voor de groepsverzekering moet storten... en compenseer dat desnoods elders in het loonpakket. Om het met een 'versimpeld voorbeeld' te zeggen: als u € 100 premie stort, kent u bv. € 100 minder brutoloon toe (zolang u daardoor uiteraard niet onder het minimumloon gaat).
Nu al rekening mee houden? Werft u tussen vandaag en 1 januari 2019 een nieuwe werknemer van bv. 22 jaar aan, dan moet u strikt genomen nog niet meteen een premie voor de groepsverzekering storten; de leeftijdsvoorwaarde mag immers nog gehanteerd worden tot 31 december 2018. Vanaf de maand erop moet u echter wél/toch premie storten. In die zin is het beter om u al onmiddellijk van bij de aanwerving aan de nieuwe situatie te conformeren. Zodra u met een hoger brutoloon begonnen bent, kunt u dat op 1 januari immers niet zomaar terugdraaien...
Wat met al gedane aanwervingen? Stel, u heeft begin mei 2018 een bediende van 22 jaar in dienst genomen en in zijn loonpakket was uiteraard nog geen groepsverzekering voorzien. Ook voor hem zal u vanaf 1 januari 2019 toch moeten storten; u mag hem dus niet langer uitsluiten.
Verworven rechten pas na één jaar
Anciënniteitsvoorwaarde. Naast de leeftijdsvoorwaarde bevat een groepsverzekeringsreglement ook vaak de voorwaarde dat een werknemer pas aanvullende pensioenrechten verwerft na één jaar aansluiting (in de groepsverzekering). Als men vroeger uit dienst gaat, zal men wat tegenover de al gestorte premie staat, dus 'kwijt zijn'; d.w.z. dat men er op het ogenblik waarop men met pensioen zal gaan geen aanspraak op kan maken.
Ook deze voorwaarde wordt verboden. Ingevolge dezelfde wetsaanpassing zal een 'nieuwe' werknemer vanaf 1 januari 2019 'per direct' pensioenrechten opbouwen en niet pas na één jaar aansluiting.
Wat indien in dienst vóór 1 januari 2019? Ook voor deze werknemers zal de nieuwe bepaling al gelden. Stel, iemand van bv. 26 jaar is begin mei 2018 in dienst gekomen. Wanneer hij bv. op 1 februari 2019 uit dienst zou gaan, zal hij zijn verworven rechten al kunnen laten gelden, ook al is hij geen volledig jaar aangesloten geweest bij de groepsverzekering.
Uitzondering. Wanneer op de datum van de uittreding het bedrag van de verworven reserves niet hoger is dan € 150, blijft dat bedrag bij de pensioeninstelling staan. Dit om 'disproportionele' formaliteiten en kosten te vermijden.
Werft u nieuwe, jonge krachten aan, houd er in hun loonpakket dan rekening mee dat de groepsverzekering meteen van toepassing is en u ook voor hen meteen premie moet storten; u kunt dit eventueel elders in het loonpakket compenseren. U kunt zich beter nu al conformeren, lees: dus niet wachten tot 1 januari 2019.
Bron: tips&advies personeel
In (reglementen van) groepsverzekeringen voor werknemers staat vaak dat ze pas vanaf 25 jaar en/of pas na één jaar aansluiting beginnen te 'spelen'. Vanaf 1 januari 2019 zal dit niet meer mogen. Hoe bereidt u zich daarop voor?
Aansluiting pas vanaf 25 jaar
Leeftijdsvoorwaarde. In een reglement van een groepsverzekering staat vaak dat de werknemer pas kan aansluiten vanaf dat hij 25 jaar wordt (waardoor u voordien nog niets moest storten voor hem). Een dergelijke voorwaarde werd nl. toegelaten door de WAP (Wet op de Aanvullende Pensioenen).
Deze voorwaarde wordt verboden. Ingevolge een Europese richtlijn heeft België zijn wetgeving moeten aanpassen. Vanaf 1 januari 2019 wordt het verboden om nog met een leeftijdsvoorwaarde te werken (wet 27.06.2018, BS 05.07.2018) .
Gevolgen voor het loonpakket. Stel, u zal een bediende van 22 jaar aanwerven. Vroeger kon u ervan uitgaan dat u, drie jaar nog geen premie voor de groepsverzekering hoefde te budgetteren. Voortaan moet dat echter wél! Houd er dus rekening mee dat u meteen voor de groepsverzekering moet storten... en compenseer dat desnoods elders in het loonpakket. Om het met een 'versimpeld voorbeeld' te zeggen: als u € 100 premie stort, kent u bv. € 100 minder brutoloon toe (zolang u daardoor uiteraard niet onder het minimumloon gaat).
Nu al rekening mee houden? Werft u tussen vandaag en 1 januari 2019 een nieuwe werknemer van bv. 22 jaar aan, dan moet u strikt genomen nog niet meteen een premie voor de groepsverzekering storten; de leeftijdsvoorwaarde mag immers nog gehanteerd worden tot 31 december 2018. Vanaf de maand erop moet u echter wél/toch premie storten. In die zin is het beter om u al onmiddellijk van bij de aanwerving aan de nieuwe situatie te conformeren. Zodra u met een hoger brutoloon begonnen bent, kunt u dat op 1 januari immers niet zomaar terugdraaien...
Wat met al gedane aanwervingen? Stel, u heeft begin mei 2018 een bediende van 22 jaar in dienst genomen en in zijn loonpakket was uiteraard nog geen groepsverzekering voorzien. Ook voor hem zal u vanaf 1 januari 2019 toch moeten storten; u mag hem dus niet langer uitsluiten.
Verworven rechten pas na één jaar
Anciënniteitsvoorwaarde. Naast de leeftijdsvoorwaarde bevat een groepsverzekeringsreglement ook vaak de voorwaarde dat een werknemer pas aanvullende pensioenrechten verwerft na één jaar aansluiting (in de groepsverzekering). Als men vroeger uit dienst gaat, zal men wat tegenover de al gestorte premie staat, dus 'kwijt zijn'; d.w.z. dat men er op het ogenblik waarop men met pensioen zal gaan geen aanspraak op kan maken.
Ook deze voorwaarde wordt verboden. Ingevolge dezelfde wetsaanpassing zal een 'nieuwe' werknemer vanaf 1 januari 2019 'per direct' pensioenrechten opbouwen en niet pas na één jaar aansluiting.
Wat indien in dienst vóór 1 januari 2019? Ook voor deze werknemers zal de nieuwe bepaling al gelden. Stel, iemand van bv. 26 jaar is begin mei 2018 in dienst gekomen. Wanneer hij bv. op 1 februari 2019 uit dienst zou gaan, zal hij zijn verworven rechten al kunnen laten gelden, ook al is hij geen volledig jaar aangesloten geweest bij de groepsverzekering.
Uitzondering. Wanneer op de datum van de uittreding het bedrag van de verworven reserves niet hoger is dan € 150, blijft dat bedrag bij de pensioeninstelling staan. Dit om 'disproportionele' formaliteiten en kosten te vermijden.
Werft u nieuwe, jonge krachten aan, houd er in hun loonpakket dan rekening mee dat de groepsverzekering meteen van toepassing is en u ook voor hen meteen premie moet storten; u kunt dit eventueel elders in het loonpakket compenseren. U kunt zich beter nu al conformeren, lees: dus niet wachten tot 1 januari 2019.
Bron: tips&advies personeel